
Met raamgaas worden plaaginsecten geweerd uit de kas
In de teelt van snijbloemen, potplanten en glasgroenten wordt de pilot 'Kas als ecosysteem' uitgevoerd. Dit initiatief van Glastuinbouw Nederland moet zorgen voor een kas als ecosysteem dat tegen een stootje kan. Raamgaas toont al de eerste positieve resultaten.
'Kas als ecosysteem' is onderverdeeld in verschillende deelpilots, vanwege de verscheidene gewassen en uitdagingen rondom plaag- en ziektebeheersing. Een van die deelpilots is de effectiviteit van raamgas in de praktijk onderzoeken: in hoeverre kan het invliegen van plagen voorkomen?
Luchtramen met gaas bekleden was al in de jaren negentig beproefd, maar telers twijfelden toen over het effect op het kasklimaat. Het zou niet gunstig zijn, de luchtuitwisseling beperken en de kastemperatuur verhogen.
Kassen en klimaatcomputers zijn nu zodanig ontwikkeld dat raamgaas opnieuw in de belangstelling is gekomen binnen weerbaar telen.
Integrated Pest Management
De glastuinbouw past steeds scherper Integrated Pest Management (IPM) toe. 'IPM begint bij preventie', stelt pilotleider Jeanette Vriend. 'Er zijn diverse routes waarlangs plagen in een kas kunnen komen, zoals invliegen door geopende ramen.'
In 2022 is het eerste raamgaas op grote schaal getest in een chrysantenkas en een gerberakas. Het gaas is beschikbaar met diverse maasopeningen. Doorgaans kan het gaas alle insecten tegenhouden. 'Behalve trips', zegt Vriend. 'Trips is klein en vliegt als een straaljager naar binnen. Gewasgaas lijkt trips in kleine experimenten juist wel grotendeels tegen te houden. Dit hopen we in 2024 grootschalig te demonstreren.'
De resultaten met raamgaas in 2022 waren positief: minder insecten in de kas, waardoor er minder gewasbescherming nodig was.
Gescout met vangkaarten
In 2023 zijn daarom meer telers aan de slag gegaan met raamgaas. Dat waren vier telers in het Westland – chrysanten, gerbera's, rozen en potorchideeën – en twee telers in Noord-Brabant met tomaten en komkommers. Het scouten van verschillende plagen gebeurde met vangkaarten.
Hiervan was er één per hectare, twee deurplaten en een vangkaart in een aangrenzende ruimte. Daarnaast werd gescout met feromoonvallen.
Op elk bedrijf is telen onder gaas vergeleken met gangbaar telen zonder raamgaas. Het gaas blijkt actief de invlieg van bladluis en mineervlieg tegen te houden. Het remt de invlieg van wittevlieg tijdens piekmomenten. Daarnaast houdt het gaas grotere insecten tegen, zoals Turkse mot, cicaden en wantsen.
Geen nadelen voor kasklimaat
Deurbeleid, stekmateriaal en bedrijfshygiëne spelen verder een grote rol in de effectiviteit van raamgaas. Tot slot blijkt telen onder gaas bij de meeste proefgewassen geen nadelige effecten te hebben op het kasklimaat, ervoeren de telers. Behalve bij potorchideeën en jong komkommergewas.
Dankzij raamgaas is er duidelijk minder gewasbescherming nodig. 'Het vraagt wel anders luchten, want de klimaatsturing moet je aanpassen', constateert Vriend. Zij verwacht dat meer telers nu raamgaas laten installeren. Of de investering rendabel is, hangt bijvoorbeeld af van de leeftijd van de kas.
Een goedkoper alternatief is gewasgaas. Dit is vorig jaar getest in acht potplantenteelten. Het betreft anthurium, chrysant, cyclaam, Syngonium, Philodendron, Strelitzia, Spathiphyllum en lelie. Het gaas is over de gewassen gelegd en insecten zijn geteld aan de hand van vangkaarten.
Minder trips en wittevlieg
Daaruit blijkt dat gewasgaas kan leiden tot significant minder trips en wittevlieg. Wel is dat afhankelijk van de teelt. Gewasgaas kan ook invloed hebben op de gewasontwikkeling. Het klimaat eronder is warmer en vochtiger en de pot blijft langer vochtig, blijkt uit de pilot.
Naast de deelpilots met gaas lopen er nog enkele pilots met de focus op bodem of substraat. Zoals in radijs, een grondgebonden kasteelt met zes tot acht teeltrondes per jaar. De grond wordt wel eens per jaar gestoomd, maar grondgebonden ziekten als zwarte vaten in radijs blijven een probleem.
Is de teelt weerbaarder te maken met bijvoorbeeld een aangepaste bemesting en de inzet van biostimulanten? Van deze deelpilot zijn er nog geen resultaten.
Biologische beheersing bladluis
Daarnaast onderzoekt Botany een duurzame komkommerteelt in verschillende substraten, met aangepaste water- en voedingsgift en optimale inzet van groene middelen en biologische bestrijding. Verder loopt op twee paprikabedrijven onderzoek naar een betere biologische beheersing van bladluis.
Propylea, een klein lieveheersbeestje, heeft hierin meerwaarde. Maar een vroege opbouw van deze natuurlijke vijand is niet eenvoudig. Dat is een eerste voorlopige conclusie uit deze deelpilot.
De pilot richtte zich vorig jaar ook op vroege detectie van ziekten en plagen in uitgangsmateriaal. 'Komt het materiaal wel schoon op je tuin? Waar komt het vandaan? Welke schadelijke pathogenen zitten er nog in?' Deze vragen en meer worden meegenomen in een brede inventarisatie onder de belangrijkste groente- en siergewassen. Vervolgens worden spoelmonsters genomen, kweek in kooien gezet en DNA-multiscans uitgevoerd.