
Zorgvuldige zoektocht Brabantse boeren en tuinders naar meststoffen
De exacte af- en uitspoeling van meststoffen wordt door zes boeren en tuinders en waterschap Aa en Maas in het Oost-Brabantse Westerbeek in kaart gebracht. Nu het innovatieve meetnet op volle toeren draait, wil het waterschap inzichtelijk maken met welke maatregelen de waterkwaliteit verbetert.
Het lijkt een sloot als zovele in het Brabantse buitengebied: de Vinkenloop. Totdat de metershoge sensoren opdoemen, inclusief het zonnepaneeltje voor de stroomvoorziening. Her en der op de akkers is meetapparatuur geïnstalleerd.
Het water van de Vinkenloop kleurt op deze snijdend koude winterochtend geelbruin. 'Het is ijzerrijk water en we hebben hier ook kwel', zegt melkveehouder Jos Verstraten terwijl hij een aantal meetpunten aanwijst. 'In het najaar en de winter is de uitspoeling van nutriënten het grootst, maar de eerste metingen die we in het najaar gepresenteerd hebben gekregen, stellen mij wel gerust.'
Extra controles
In dit gebied werken zes melkveehouders en akkerbouwers mee aan het project Sensorgestuurd boeren. Het waterschap meet met name het fosfaat- en nitraatgehalte. Een ploeg specialisten rukt regelmatig uit om de sensoren te reinigen, meetapparatuur te optimaliseren of handmatig extra controles van de waterkwaliteit uit te voeren.
Een goede waterkwaliteit is een enorme opdracht voor het platteland
Met een totale investering van ongeveer 1 miljoen euro is Westerbeek op dit moment 'het meest bemeten agrarische gebied van Nederland', weet programmamanager Carlo Rutjes. Het gebied is voor waterschap Aa en Maas een welbewuste keuze. Hier, in de haarvaten van het watersysteem, is amper aanvoer en dus geen vervuiling van elders aanwezig.
Balletje opgooien
Verstraten heeft in 2017, destijds als voorzitter van ZLTO-afdeling Sint Anthonis, zelf een balletje opgegooid voor het meten van de waterkwaliteit. Het was een reactie op het NRC-artikel 'Het Mestcomplot', waarin werd beweerd dat er in het grensgebied van Brabant en Limburg sprake was van grootschalige mestfraude. Hij liet een medewerker van het waterschap weten: 'Ik zou graag een stokje in de grond willen steken om te laten zien hoe ik het op mijn bedrijf doe.'
Nog geen jaar later heeft het waterschap, samen met partijen als provincie Noord-Brabant en Deltares, het omvangrijke project Sensorgestuurd boeren uitgerold. Verstraten: 'Een goede waterkwaliteit is een enorme opdracht voor het platteland. Dit kan het begin zijn van nieuwe inzichten en dus ook van handelingsperspectief voor de toekomst.'
Ook voor het waterschap zijn de belangen wezenlijk, vindt programmamanager Rutjes. 'We hebben drie grote bronnen voor nitraat in het oppervlaktewater: de Maas, onze eigen waterzuivering en de land- en tuinbouw. We willen de regionale bijdrage van de agrarisch ondernemers kunnen meten en laten zien welke maatregelen ook werken om afspoeling en uitspoeling van meststoffen tegen te gaan.'
Het is een taaie missie, weet het waterschap sinds de aftrap. Na het testen van verschillende meetsystemen heeft het nog ruim een jaar geduurd voordat het meetnetwerk ook volledig operationeel was. 'Het is echt innoveren', merkt Rutjes op. 'Soms twee stappen vooruit, soms drie achteruit. Dus we waren heel blij toen het er na de zomer stond.'
Daarnaast is afspoeling door hoosbuien of uitspoeling via het bovenste grondwater afhankelijk van tal van omstandigheden. Wanneer is mest uitgereden? Op welke grondsoort? Welke gewassen staan op het land?
Datagebaseerde aanpak
'Zoveel combinaties zijn denkbaar dat het onmogelijk is om overal precies in kaart te brengen welke meststoffen in het water aan welk individueel bedrijf zijn toe te schrijven. Door intensief te meten en met onze datagebaseerde aanpak proberen we de enorme hoeveelheid gegevens om te zetten in praktische informatie', zegt Rutjes.
De deelnemende boeren brengen ook zelf in kaart wanneer ze bewerkingen op het land uitvoeren of beregenen. 'We stellen ons kwetsbaar op door zo transparant te zijn, maar scepsis proef ik ook: of de gemeten data wel klopt en of de gestelde doelen op onze lichte zandgronden wel haalbaar zijn', laat Verstraten weten. 'Uiteindelijk zal de overheid van ons eisen dat gestelde waterkwaliteitsdoelen worden gehaald. De juiste balans tussen de teelten in een gebied is een deel van de oplossing', stelt de melkveehouder.
Het project loopt in ieder geval tot 2024 door. Het inzichtelijk maken wat de regionale bijdrage is en wat je daaraan kunt doen, staat volgens Rutjes voorop. 'We zijn met ons project te gast bij deze groep boeren en gaan samen de inzichten breed delen. Een volgende stap is te kijken hoe we op een goedkopere manier betrouwbare metingen kunnen doen rond andere boerenbedrijven die aan maatregelen werken.'
Gebiedsaanpak
Of gunstige metingen betekent dat boeren meer bemestingsruimte krijgen, betwijfelt Verstraten. 'Het herziene mestbeleid staat voor een gebiedsaanpak, waar een probleem ook daar moet worden opgelost. Waar het mij meer om gaat, is dat boeren en tuinders met het oog op de toekomst weten waar ze staan.'
Daarnaast wil de melkveehouder dat de overheid vooral kijkt naar de doelen die zijn gesteld en niet steeds nieuwe regels stelt. 'Dit jaar mag je vanaf 15 maart mest uitrijden op maisland, terwijl dat 15 februari was. Maar bijna elke boer doet dat al na 15 maart, omdat het beter is voor de teelt en het milieu. Dus alle boeren die het al goed doen, krijgen nu een extra administratieve handeling cadeau.'