Innovatie+gaat+verder+dan+snelste+of+grootste+robot
Nieuws
© Nely van den Oetelaar

Innovatie gaat verder dan snelste of grootste robot

Steeds meer factoren zijn belangrijk in de melkveehouderij. Naast een maximale melkproductie spelen diergezondheid, een beter milieu en welzijn van de boer een rol. Innovatie is daarbij belangrijk, benadrukt CEO André van Troost van Lely. Daarbij gaat het niet meer om de snelste voeraanschuifrobot of de melkrobot met de grootste capaciteit.

Van Troost sprak onlangs tijdens de finale van de Dutch Dairy Challenge in het Brabantse Boxtel. Hij vertelde dat hij veel stakeholders ontvangt. Niet alleen politiek leiders, maar ook organisaties als Wakker Dier en het Wereld Natuur Fonds.

'Die laatste hebben er geen boodschap aan dat een koe in China gemiddeld veel minder melk geeft dan een Nederlandse en dat een koe in Polen eigenlijk niet buiten komt en er van buiten Europa wordt gelachen over wat wij een intensief bedrijf noemen. Buiten Europa zijn er landen waar een gemiddelde boerderij vijfhonderd tot duizend tot tienduizend koeien telt', zegt de CEO van Lely.

CO2-uitstoot

Van Troost wijst er ook op dat de CO2-uitstoot van een gemiddelde koe buiten Europa over het algemeen een stuk hoger is dan die van de Nederlandse koe. 'Er zijn uitdagingen in onze sector die wij op moeten lossen. En dat terwijl een koe in Nederland een beter leven heeft dan een koe elders. We maken grote stappen, maar we zijn er nog lang niet. De maatschappij denkt daar zeker anders over.'

We moeten ideeën verzinnen en innovaties bouwen die de consument dichter bij de boerderij brengen

André van Troost, CEO van Lely

Zo vindt de maatschappij het maar niets dat kalveren bij hun moeder worden weggehaald en dat koeien worden geslacht als ze zes jaar oud zijn, terwijl ze veertien jaar kunnen worden. 'Kortom, de maatschappij verwacht dat we meer vooruitgang boeken op dit thema en dus moeten we dierenwelzijn blijven verbeteren', zegt de CEO van Lely.

Milieu

Daarnaast ziet Van Troost het verbeteren van het milieu als thema. 'Laten we eerlijk zijn: eigenlijk pas de laatste decennia zijn we hier echt mee bezig. We moeten onszelf absoluut uitdagen om de impact van de melkveehouderij op het milieu te verkleinen.'

Volgens de CEO is dit ook een item waar de innovatieafdeling zich mee gaat bezighouden. 'Hoe kunnen we nog beter voor het milieu zorgen met toekomstige innovaties?' Ook is het belangrijk om te zorgen voor een kwalitatief goede traceerbare en duurzame zuivelproducten. 'De vraag naar zuivel zal de komende tien jaar blijven toenemen.'

Verder ziet Van Troost dat ook consumenten steeds kritischer worden, terwijl hun begrip van de melkveehouderij cruciaal is. 'Consumenten willen volledige transparantie en ondertussen staan ze steeds verder van de boerderij af dan ooit. Daar moeten we aan werken, door ideeën te maken en te verzinnen en innovaties te bouwen die de consument dichter bij de boerderij brengen.'

Welzijn van de boer

Als laatste noemt de CEO het welzijn van de boer. 'Dat moet worden verbeterd. De helft van de Europese boeren leeft onder de armoedegrens. Als Lely moeten we ook onze verantwoordelijkheid nemen om boeren financieel gezond te krijgen en te houden. Ook dat hebben we als innovatiethema in ons bedrijf gebracht.'

Bij Lely draait het om vijf thema's: diergezondheid, beter milieu, duurzame en voedzame zuivelproducten, draagvlak bij de consument en welzijn van de boer. 'Kom je morgen binnen als ingenieur bij Lely, dan word je niet meer gevraagd om een grotere melkrobot of snellere Lely Juno te kunnen maken. Het gaat erom hoe je voor de komende tien tot vijftien jaar het verschil kunt maken op deze vijf thema's.'

Kansen

Volgens voorzitter Erwin Wunnekink van LTO-vakgroep Melkveehouderij is dit niet eenvoudig, maar biedt het ook kansen. 'Het is straks niet meer zo dat de grote groep alleen geld verdient met melk. We zijn beheerders van 20 procent van het landschap. Er komen ook andere inkomsten.'

Dat is in zijn ogen ook nodig. 'Ongeveer 50 procent van de melkveehouders heeft nu een kostprijs die hoger ligt dan 47 cent. De helft heeft meer geld nodig dan de melkprijs biedt. Je kunt wel stellen dat zij eruit gaan, maar je kunt ook alternatieven zoeken.'

Wunnekink herkent een aantal thema's waar ondernemers hun inkomen op kunnen binnenhalen. 'Zo'n 80 tot 90 procent komt uit het produceren van voedsel. We herkennen in ieder geval een aantal thema's waar we op moeten scoren. Denk aan klimaat, schoon water en een gezonde bodem en natuur en biodiversiteit, maar ook een dierwaardige veehouderij met gezonde tevreden koeien en een vitaal platteland zijn belangrijk.'

De vakgroepvoorzitter vervolgt: 'We moeten modellen kunnen leveren en een bedrijfsvoering waarin we ook meerwaarde kunnen leveren. En dat niet voor niets: het moet natuurlijk wel geld opleveren.'

Balans

Daarbij gaat het om de balans. 'Ik moet voedsel produceren in balans met de natuur en de biodiversiteit. Ik moet daarbij zorgen voor een gezonde bodem en het klimaat', zegt hij.

'Als je op klimaat goed wilt scoren en je hoog wilt scoren per kilo melk, dan moet je elke vier weken maaien. Maar in combinatie met biodiversiteit, weidevogelbeheer en uitgestelde maaidatum is dat lastig. Je kunt ook meer mais in het rantsoen gooien. Mais is een fantastisch product, alleen leidt dat weer tot meer uitspoeling. Een koe met een hoge productie wordt door sommigen een sloopkoe genoemd. Tegelijkertijd heb je efficiëntie nodig. Over die balans moeten we nadenken', vindt de voorzitter van LTO-vakgroep Melkveehouderij.

Wunnekink denkt daarbij aan een soort spinnenweb, waarin meerdere thema's staan. 'Als ik denk aan het produceren van voedsel, dan grijpt dat misschien in op biodiversiteit en natuur of op een ander thema.'

Garantie voor voorlopers

Daarin moet de boer niet alleen staan, vindt de vakgroepvoorzitter. 'Als ik een Lely Sphere koop omdat ik in de buurt van een Natura 2000-gebied zit en ik dring de stikstofemissie terug, dan moet ik dat ook direct zien in de vergunningverlening. Dat moet worden geborgd door de overheid. Verder wil ik daar als voorloper een stukje garantie zien, zodat de bank mij een financiering kan geven waar wat extra's in zit.'

Wunnekink verwacht dat melkveehouders in Nederland met deze balans een grote voorsprong kunnen hebben, al is het dan niet de maximale productie per koe. Wel stelt hij dat ondernemers het perspectief zelf maken. 'LTO kan veel in de randvoorwaarden proberen te regelen, maar de perspectieven en de locatie waar je zit, daar ben je zelf verantwoordelijk voor.'

Perspectief

Ook Van Troost ziet perspectief. Al ziet hij dat het aandeel Nederland steeds kleiner wordt in de wereldwijde groei van Lely. Terwijl tien jaar geleden 15 procent van de omzet in ons land werd gehaald, is dat nu 5 procent. Dat ziet de CEO niet terugkomen.

Toch blijft het bedrijf investeren in oplossingen voor problemen die in ons land spelen, vervolgt Van Troost. 'De Nederlandse melkveehouder is al wereldkampioen in zijn vak. Alle issues die nu in Nederland spelen, gaan over een tijdje in de meeste markten spelen. Het negeren daarvan zou gevaarlijk zijn', stelt hij.

'De vruchtbare delta die we kennen in Nederland, is de ultieme plek om melkvee te houden. De Nederlandse koe heeft echt een veel beter leven dan de gemiddelde koe elders.' Die Nederlandse koe is belangrijk voor een familiebedrijf als Lely, erkent de CEO. 'Als wij als familiebedrijf gezond willen blijven, dan moeten we een visie hebben voor de boerengezinnen die wél door gaan.'

In de Dutch Dairy Challenge van 2024 gingen acht melkveehouders aan de slag met hun innovatie. Van de ingebrachte innovaties gingen er veel over mest, mestbenutting en mestverwerking. Daarnaast spelen data een belangrijke rol bij verschillende ingebrachte ideeën.



Melkveehouder Stan Bosman nam met zijn dochter Lynn Bosman de prijzen in ontvangst.
Melkveehouder Stan Bosman nam met zijn dochter Lynn Bosman de prijzen in ontvangst. © Anouk Hemmink

'De bodem als filter' wint Dutch Dairy Challenge


De familie Bosman uit het Overijsselse De Krim is de winnaar geworden van de Dutch Dairy Challenge 2024. Behalve de juryprijs hebben de ondernemers ook de publieksprijs gewonnen, waarvoor via internet kon worden gestemd. Met het idee 'Ommissie' wordt stallucht via een drainagesysteem door de bodem gebracht.

Melkveehouder Stan Bosman scheidt mest en urine in de stal. De mest wil hij in het najaar op het land brengen, de urine bovengronds bemesten, zodat het goed wordt verdeeld in de bodem. De lucht die in de mestput ontstaat, zuigt hij via een systeem af en blaast hij in de bodem. De bodem werkt dan als een soort luchtwasser, een filter.

Bosman boert op De Scheerse Polder, een melkveebedrijf met 120 koeien. Hij merkt al dat de lucht voordelen heeft voor het gewas en denkt dat het systeem het bodemleven stimuleert; het is actiever in een diepere bodemlaag.

Tweede prijs

De tweede prijs ging naar Harm van Kessel en zijn zus Maartje uit het Brabantse Mill. Zij winnen fosfaat uit de dunne mestfractie in de vorm van struviet. Dit kan worden afgezet, waardoor ze de stikstof uit dierlijke mest beter kunnen benutten. Fosfaat is hier de beperkende factor. Volgens de jury van de Dutch Dairy Challenge is dit ook een slim idee omdat je als melkveehouder hiermee beter kunt sturen in je bemesting. Bovendien is er een verdienmodel van te maken.

De gedachte achter de Dutch Dairy Challenge is dat de beste innovaties voor verduurzaming van de melkveesector worden bedacht op het boerenerf. Via deze challenge willen de initiatiefnemers ervoor zorgen dat goede ideeën, die op het boerenerf worden geboren, de kans krijgen verder te worden uitgewerkt. De eerste prijs is een bedrag van 5.000 euro om het idee verder te helpen.

© 2021 Smartfarming.nl is een uitgave van AgriPers bv.