
Fertigatie in grasland komt nog niet van de grond
Druppelirrigatie en fertigatie komen tot ontwikkeling in de akkerbouw. In de melkveehouderij zijn de resultaten in mais positief. De inzet in grasland komt nog niet echt van de grond. 'De potentie is er', stelt teeltspecialist Kees de Groot van voerleverancier Gijs.
In de eerste helft van dit jaar is het neerslagtekort in Nederland groot. Het cijfer schommelt aan het einde van de lente rond de 5 procent droogste jaren sinds het begin van de metingen in 1906.
Vooral op de hoge zandgronden in Noord-Brabant en Oost-Gelderland, in de waterwingebieden verspreid over het land en op de Zeeuwse akkers met een gebrek aan zoetwaterbronnen is de droogteschade bijna ieder seizoen groot.
Aardappelen en uien
En dus is druppelirrigatie bezig aan een stevige opmars. Vooral bij intensieve akkerbouwgewassen als aardappelen en uien en in mindere mate bij snijmais. Het Melkvee Innovatie Centrum (MIC) in het Gelderse Laren heeft voor het derde seizoen ook een proef van 1 hectare grasland met een ondergrondse watergift. Het zorgt voor een altijd groene grasmat, zelfs in droge tijden.
In maisland wegen in een droog jaar de kosten zeker op tegen de baten
Mest geven via druppelirrigatie heet fertigatie. Het gaat vooral om vloeibare stikstof die door het seizoen heen op maat wordt gegeven. Volgend jaar starten bij het MIC ook proeven om drijfmest via druppelirrigatie toe te dienen.
'De grootste uitdaging zit hier in de infrastructuur om de drijfmest in de juiste dosering bij de slangen te krijgen. Er moeten heel wat kuub worden aangevoerd om de volledige drijfmestgift in het voorjaar te vervangen. Dit vraagt om de nodige pompcapaciteit. Daarnaast moet er vooraf goed worden gefilterd, zodat vaste deeltjes geen probleem voor je pomp en druppelslangen vormen', zegt De Groot.
Rassendemo's
Alle MIC-proeven vinden plaats bij het gangbare melkveebedrijf Klaver 4 met zo'n 450 melkkoeien in Laren. De Groot is vanaf dag 1 bij de proeven betrokken. Hij heeft zo'n 5 hectare tot zijn beschikking voor rassendemo's en druppelirrigatie en fertigatie in mais- en grasland.
'Droge jaren komen steeds vaker voor en daar spelen wij als Gijs op in. In de tijd tussen een beregeningsverbod en een onttrekkingsverbod in kun je nog water oppompen voor druppelirrigatie. Daarnaast is minder water nodig om tot een goede oogst te komen', licht de teeltadviseur toe.
Waterquota
Volgens De Groot is het niet ondenkbaar dat in Nederland waterquota komen voor de landbouw, net als de Verenigde Staten en Australië. Bovendien kan fertigatie als vorm van precisiebemesting een bijdrage leveren aan het terugbrengen van stikstofemissies en een efficiëntere mestafzet op het eigen bedrijf. Via het programma 'Bemest op z'n Best' loopt een aanvraag van de Gelderse voerleverancier om de komende jaren meer onderzoek te doen.
Vooral in het maisland zijn de resultaten van fertigatie bemoedigend, stelt De Groot. Vorig jaar lag de drogestofopbrengst bij druppelirrigatie 12 tot 15 procent hoger dan bij de referentiepercelen. Met de toediening van meststoffen via de druppelslang kwam de VEM boven de 1.000 uit, als enige van de achttien verschillende rassen en proeven in het perceel.
Grote verschillen
'Zeker in droge jaren en als je op het ideale moment kunt oogsten, zijn de verschillen groot. Maar ook de verteerbaarheid is beter, omdat de plant met genoeg water en voedingsstoffen ongestoord kan doorgroeien. Daardoor zit er meer energie in het ruwvoer. Dat leidt weer tot een betere kwaliteit melk', zegt de teeltspecialist.
In het grasland zijn de resultaten minder overtuigend. 'We hebben het eerste jaar wel meteen 10 procent meer drogestofopbrengst gerealiseerd, maar moeten een hoop leren. Zo zijn de slangen beschadigd bij de aanleg, waren er verstoppingen in het systeem en lagen de slangen soms te ver uit elkaar voor een egale bemesting. Bij praktijkgericht onderzoek is weten wat niet werkt, net zo belangrijk als weten wat wel werkt', benadrukt De Groot.
Systeem praktijkrijp
Gijs heeft nu een systeem dat praktijkrijp is en een eigen machine, vergelijkbaar met een graslandbeluchter, om de slangen 15 tot 25 centimeter diep te leggen.
'Koeien kunnen er prima op weiden, dus we zien het op de eerste plaats als aanwinst voor de huiskavel. Je kunt bijvoorbeeld 's nachts een watergift geven, als de koeien op stal staan. Ook kun je eerder water geven, omdat je niet het gedoe hebt met haspels plaatsen', legt de teeltadviseur uit.
Kosten
Een reële rekensom van de kosten is volgens De Groot nog lastig te maken, omdat veel factoren een rol spelen. 'In maisland wegen in een droog jaar de kosten zeker op tegen de baten. In grasland moeten we het systeem nog verbeteren.'
Waar druppelirrigatie en fertigatie in grasland nog in de kinderschoenen staan, is er meer ervaring mee in mais in de melkveesector. Zo ook bij melkveehouder Wilry Giesen in de buurtschap Vethuizen in regio De Liemers.
Stap te ver
Fertigatie op de graspercelen is voor Giesen voorlopig een stap te ver. 'We zitten met de graslanden op keigrond of leemhoudende zandgrond en die kunnen we prima beregenen. Ik houd de ontwikkelingen wel in de gaten, want irrigatie bespaart me een hoop werk, zeker als de slangen permanent in het perceel liggen', zegt hij.
Volgens De Groot is het niet zo dat melkveehouders na de aanleg van de irrigatie achterover kunnen leunen. 'Bij irrigatie en fertigatie moet je het systeem controleren en af en toe doorspoelen om het dichtslibben van de gaatjes in de slang tegen te gaan. Als je dat niet tijdig doet, gaat het sowieso ten koste van efficiënt water en stikstof geven.'